welkom in siebengewald hertogdom kleef stadt goch gemeente weeze schepenbank afferden schenk van nydeggen gemeente bergen provincie limburg hertogdom gelre/gulik
Sevengewalt - Zevenghewaet
De Geschiedenis van Siebengewald
Uit het dagboek van Joep Rühl
De Duitsers zijn op 10 mei Nederland en dus ook Siebengewald binnen gevallen. Geschoten werd er toen vanaf de Maas. De Duitsers kwamen voor de Maas vast te zitten en ik was in Oud Bergen, waar wij vol onder vuur kwamen te liggen.Wij hebben daar de woningen moeten verlaten op zondagmorgen. Het was de hele nacht vrij onrustig en er was merkbaar iets op komst. Wij waren vroeg opgestaan om te melken, en vermoedden al dat er iets op komst was. Nauwelijks op de plaats van bestemming of de vliegtuigen van de Duitse luchtmacht vlogen over ons heen. Zoiets hadden wij nog nooit gezien. Toen wij weer naar huis wilden bleek dat niet meer mogelijk te zijn. Wij hebben de hele dag, en het was gelukkig mooie weer, in de lage weilanden tussen Oud Bergen en de rijksweg achter heggen gelegen. Daar hebben wij de hele dag geschuild. De Duitsers trokken naar de Maas en tegen de avond was het in feite al gebeurd.De Duitsers waren erin geslaagd de Maas over te steken en het werd stiller aan de Maasoevers.

Eind 1944 begin 1945
Wij hadden bij Vink op de Koekoek (waar nu Custers woont) een ondergronds gat gegraven. Het kon daar omdat dit gedeelte hoger ligt dan bij ons aan de Pannenweg. Het grondwater was 1944/45 erg hoog door de natte winter. In de oorlog hebben daar een jaar lang twee korenmijten gestaan. Op die plaats onder de korenmijten hebben wij een kuil gegraven van drie bij twee meter. Hier hebben wij een deel van een oude wagen overheen gelegd. Die kuil was zo groot,als je op de knieën ging zitten, paste je erin. Dan trokken wij stukken uit de korenmijt, zodat het uitzag alsof het strooi daar lag om te dorsen. Daar verstopten wij ons en sliepen daar, met soms wel 3 tot 8 personen, allen in de leeftijd tussen 18 en 25 jaar die bang waren om naar Duitsland gestuurd te worden. In zo een kuil zat je veilig…tenminste zolang het niet werd aangegeven, dan was alles uit!
Wij hebben ook wel eens in de bossen rond Siebengewald gezeten, dan weer in een open schuur of bij andere mensen die je verstopten. Zo hebben wij de hele oorlog een beetje kat en muis zitten te spelen, en zijn zonder kleerscheuren ervan af gekomen.

De molen DE HOOP in Siebengewald was tijdelijk ook als bunker en schuilplaats voor de achtergebleven inwoners ingericht. Men mocht als het ware niet achterblijven in het frontgebied, de kans was dan groot als dief of plunderaar aangezien te worden en dat men meteen gefusilleerd zou worden. Toch wist een aantal bewoners in het dorp te verblijven. Er waren ook nog enkele Siebengewalders met hun familie op andere plaatsen in en om het dorp verborgen, zoals later bleek. Er waren zieke en vermoeide mensen bij die nachten niet geslapen hadden. Sommigen vielen zo neer en sliepen meteen. Maar een groot aantal, ik schat zo een veertigtal Siebengewalders hebben eerst een aantal dagen bij Weys in de kelder geschuild, tot op een gegeven moment een vrachtwagen met munitie voor de zaal de lucht in werd geschoten en het daar niet meer veilig was. Door deze explosie kwam het water in de kelder te staan en raakte de ingang onder het puin. De mensen werden toen via de achterzijde uit de kelder gehaald.
Men zocht toen bescherming in de Siebengewaldse molen. Deze werd vooraf met hout van de eiken bomen op de Gochsedijk ondersteund. Als de molen dan zou instorten werd men niet onder het puin bedolven. De eiken bomen hadden terugtrekkende Duitse troepen met explosieven opgeblazen.
Op een gegeven moment kwamen de mensen in de molen zonder voedsel te zitten. De familie Beerkens had als het ware toen wel een winkel in de buurt en al veel geholpen, maar ook hier kwam een einde aan de voorraad.
Wij hadden thuis nog een heel magere koe die nog een beetje melk gaf en daarvan hebben mijn zus Anna en ik midden in de nacht koeken gebakken. Over dag mocht je niet stoken, dus dan maar in de nacht. Wij hadden thuis nog “boekend meel” staan en wat reuzel (rundvet). Dit waren nog restanten van de Duitse veldkeuken. Hiermee hebben wij dan de hele nacht koeken gebakken en in de ochtend hadden wij twee melkemmers vol met pannenkoeken. Deze werden in alle vroegte, dan was meestal een schietpauze of werd het wat rustiger, naar de molen gebracht; voorzichtig lopend en sluipend door de sloten langs de weg.

Bombardement op de Siebengewaldse kerk
Nadat een groot deel van de Duitse soldaten was vertrokken, waren Engelse soldaten natuurlijk achter de vijand aan. Wij zaten hier in die tijd tussen twee vuren. Op een middag kwamen er plotseling een viertal bommenwerpers die begonnen boven Siebengewald en Hülm te cirkelen. Daar hadden wij het niet op en dus gingen wij achter het huis plat tegen de gevel liggen. Wij zagen de vier vliegtuigen een duikvlucht maken, vanaf de Processieweg richting kerk. Daar werden de bommen gelost, een grote knal en toen de opstijgende rookwolken verdwenen waren… was ook de kerk verdwenen. Zo kon de kerktoren niet meer als uitkijktoren worden benut. De omliggende huizen werden eveneens in puin geschoten. Nadat men vanuit de lucht zekerheid had verkregen dat het raak was verdwenen de vliegtuigen. Dit gebeurde op 24 februari 1945, enkele dagen voor dat wij werden bevrijd.

De bevrijding van Siebengewald
De weersomstandigheden in het voorjaar 1945 waren ongunstig voor de troepen die ons gebied zouden bevrijden. We dachten ieder moment te worden bevrijd maar het duurde toch nog zijn tijd. Later bleek dat de machinerie helemaal was vast komen te zitten in de modder en in het doorweekte land rondom de Lakei.
Maar toch gebeurde het dan op een morgen, het zal half februari geweest zijn. Op deze morgen werd door de oprukkende troepen alles in de mist gezet. Er werden blikken hierheen geschoten waardoor een dichte mistbank ontstond. Werkelijk helemaal dicht was het hier. De beschieting begon en de bevrijding was ingezet. Er was hier en daar nogal wat weerstand van Duitse troepen. Via de Koekoek kwamen voorop mijnenvegers. Dit waren voertuigen met kettingen die de wegen en bodem aftastten en de mijnen tot ontploffing brachten. De wegen die hierdoor vrij van mijnen waren werden voor de oprukkende soldaten met witte linten afgezet. Zo kwamen de eerste Engelse soldaten op ons erf. Ik meen dat het 7 soldaten waren die met het geweer in de aanslag de boerderij binnenstormden. Wij hadden al een bezemsteel klaar liggen met een witte doek. Ik kroop onder het raam door naar de deur en stak de witte vlag naar buiten. Wij moesten met de handen omhoog naar buiten komen. Daar werden wij door twee soldaten onderzocht op wapens terwijl de andere vijf het huis in gingen om te kijken of het daar veilig was. Ze kwamen spoedig weer naar buiten en zeiden dat het “o.k.” was. Wij mochten de handen weer laten zakken en kregen sigaretten. Even later kwam er een voertuig met een tolk, die aan mijn zus Anna en mij vroeg om mee te gaan naar de hoofdcommandant om inlichtingen over de streek te geven. Op een losse jeep werden we vervoerd via de Koekoek en de Lakei. Wat we daar zagen was onvoorstelbaar: de bossen lagen helemaal vol soldaten en oorlogsmateriaal. Man aan man zagen wij de mannen in hun groene pakken oprukken naar Siebengewald. Wagens, tanks en andere voertuigen werden richting ons dorp gestuurd.

Siebengewald in Duitsland
Intussen kwamen wij met onze jeep in de modder vast te zitten. We moesten toen overstappen op een andere jeep en het ging weer verder. Men bracht ons naar Heijen, waar bij de pastorie het commando was gehuisvest. Een tolk werd erbij geroepen en ons werden vragen gesteld over de toestand in Siebengewald. Voor ons stond een tafel met luchtfoto’s van de omgeving. Behalve onze boerderij aan de Pannenweg hebben we de plaatsen aangewezen, waar Duits geschut heeft gestaan. Op de foto’s was alles heel duidelijk afgebeeld: de huizen en stukken bouw- en weiland, zelfs elke boom kon men goed onderscheiden. Daardoor was het voor ons niet moeilijk de gevraagde informatie te geven.
We hebben ook een groot misverstand kunnen wegnemen. De weg van Afferden naar Siebengewald hadden de geallieerden op hun kaart namelijk als landsgrens aangegeven. Siebengewald zou dus Duits gebied zijn. Op onze aanwijzingen zijn hier de nodige wijzigingen op de stafkaart aangebracht.
Op de vraag of wij wisten in welke richting de Duitse troepen Siebengewald hadden verlaten konden wij de nodige uitleg geven. Zij waren door de “Koestraot” (nu Beekheuvel) richting “ De Siem ” ( boerderij Simons in Hülm) getrokken. Dit was voor de terugtrekkende soldaten nog de enige mogelijkheid om Duits grondgebied te bereiken. Richting Hülmer heide hebben wij daar colonnes militairen en materieel de grens in richting Weeze zien trekken. Ons langdurig gesprek is met echt engels witbrood afgesloten en daarna stond de jeep klaar om ons weer thuis te brengen. Toen we in de Lakei kwamen was het inmiddels al avond. Men vond het toen te gevaarlijk om ons naar huis te brengen. We hebben overnacht in de schuur van Grad Verrijdt. We waren daar niet alleen, we hebben daar met een aantal soldaten zij aan zij gelegen. We lagen daar op stro en konden door het kapotgeschoten dak naar de duistere winterhemel kijken. We hebben weinig en onrustig geslapen en de volgende dag werd ons eten mee gegeven en werden wij behouden terug naar de Pannenweg gebracht.

Bevrijdingsfeest
De doortocht van de bevrijders en aanwezigheid van de geallieerden en doortrekkende manschappen, zo kun je schatten, heeft zo’n 10 a 14 dagen geduurd.
Enkele dagen later werd er in de zaal van Weys ook een klein bevrijdingsfeest gevierd. Er werd een bal gehouden met muziek, en wel muziek van doedelzakken die de schotse soldaten met zich mee brachten. Wel een raar gezicht…. in Siebengewald doedelzakmuziek. Maar ja, wij waren bevrijd en dat moest dan ook een beetje gevierd worden. Wij keken toen niet zo nauw. Men stond verbaasd te kijken waar ineens de mensen die hadden ondergedoken gezeten vandaan kwamen en op het “ bevrijdingsbal ” aanwezig waren.
Naderhand werd het stil in deze regio en was het wachten op de terugkomst van de evacués. Natuurlijk gingen nu de gedachten naar de Siebengewalders elders in het land. Waar zouden ze zijn, hoe hadden zij het doorstaan en wanneer zouden zij thuis komen?

Intussen kregen de jonge mannen die hier aanwezig waren van uit Bergen bericht om voor de aankomende evacués de huizen een beetje bewoonbaar te maken. De toestand was hier overal hopeloos. Wij werden gevraagd om de daken van de huizen voor zover mogelijk was te repareren tegen regen en vocht, dat er tenminste een beetje opvang was als de eerste mensen thuis kwamen.
Het eerste brood voor hier heb ik in Afferden bij de molen kunnen halen, daar was de oven nog in tact. Met kar en paard heb ik een hele kar vol roggebrood kunnen halen. Dit werd dan bij Beerkens in de winkel verdeeld, zodat iedereen weer een beetje brood te eten had. Hier en daar werd dan onder het puin weer wat huisraad gezocht en gevonden, of wij ruilden spullen. Veel dingen zoals matrassen en tafels lagen veelal in gaten in de weg waar enkele weken eerder de oprukkende troepen de gaten in de weg mee hadden dicht gemaakt. De voertuigen kwamen vast te zitten, en zodoende werd het huisraad gebruikt om de wegen begaanbaar te maken. Het was erg om te zien hoe men met de dingen was omgegaan.

De “echte” noodkerk aan de kloosterweg werd gebouwd door aannemersbedrijf Roelofs uit ons dorp. Met hulp uit het dorp werden de stenen van de verwoeste grote St. Jozefkerk schoon geklopt en via kleine lorries ( een soort mijnwagentjes) naar de plaats aan de kloosterweg gebracht waar de noodkerk moest staan. Het werd dan ook een flinke grote noodkerk met veel plaats.
De klokkenstoel werd achter de kerk op een betonnen sokkel geplaatst. Wij in Siebengewald werden door de omliggende dorpen toch wel benijd om onze mooie noodkerk die tot 1956 dienst deed.
De kerkdienst begon direct al na de bevrijding in de meisjesschool. De kerkdienst werd toen verzorgd door een aalmoezenier uit het leger die hier verbleef. De zusters waren nog niet uit de evacuatie terug gekomen. In de gang van de meisjesschool hadden wij een altaar staan. Met Pasen 1945 deden wij een mis. Wim Reijnders , die lid was van het kerkkoor, en ik zongen tijdens de eucharistieviering liederen, er was anders niemand die een godsdienst kon begeleiden. Wij dachten dat toch iets gedaan moest worden. Zo vierden wij het eerste paasfeest na de bevrijding. Later werden weer door de zusters de kerkdiensten gelezen en toen de mensen weer terugkwamen was de hal van de school te klein voor het houden van kerkdiensten.